Donderdag 11 Juli 2019 – Een ongeplande tussenstop in Melnik.

Nadat we ontbeten hebben gaan we er “entzorgen en verzorgen”. Duits voor vuil water eruit en schoon erin. Daarna rijden we naar de eerstvolgende stad om te tanken. Dat is veel goedkoper dan aan de snelweg. En met een tankbeurt van 100 liter scheelt dat zeker 15 Euro’s.
We passeren de Tsjechische grens. We gaan van de snelweg af om bij een tankstation een tolvignet te kopen. Anders mogen we niet op de snelweg. We hebben er niet aan gedacht, dat het navigatiesysteem nog zo ingesteld is, dat we niet over tolwegen willen. Daarom rijden we een stuk over binnenwegen. Dat heeft wel als voordeel, dat we door de prachtige Theresienstadt komen. De stad met zijn treurige herinneringen aan het concentratiekamp aldaar. Verder komen we door dorpjes, waar het lijkt, dat de tijd daar stilgestaan heeft.
Wanneer we door krijgen, dat ons navigatiesysteem onjuist ingesteld is en we dit corrigeren, gaan we weer verder over de snelweg.
Bij Melník gaan we de snelweg weer af en rijden langs de stad. Bij een grote supermarkt stoppen we om Kronen uit de geldtapper te halen. We halen 2000 Kronen, wat ongeveer 100 Euro zou moeten zijn. (Later blijkt uit het bankafschrift dat het 78,40 Euro is).
We willen een kaart van Tsjechië kopen, maar die hebben ze niet in de supermarkt, waar we zijn.
Dan rijden we verder. We rijden het dorp Vavrinec binnen en remmen af tot 50 Km/uur. Dan komt een tegenligger uit de tegenovergestelde richting uit zijn rijbaan en lijkt ons te rammen. De weg is te smal om uit te kunnen wijken vanwege een diepe greppel rechts. Het gaat allemaal heel snel. Een doffe knal. De linkerkant van de bus komt wel een meter van de weg af. Binnen een tel staan we stil en komt onze camper weer op zijn wielen terecht. Ik zie de tegenligger in de spiegel uit zijn auto stappen. Zijn voorwiel ligt naast onze camper. Ik kijk Thea aan en vraag of alles goed met haar is.
Dan stap ik uit de auto en loop naar de tegenligger. Zijn zoon is erg overstuur. Thea troost hem. Ook de bestuurder en zoon hebben geen letsel. De man zegt in slaap te zijn gevallen en weet niet wat er gebeurd is. Hij weet ook niet uit welke richting wij kwamen.
Samen met omstanders belt Thea 112. Harry maakt direct foto’s van het ongeluk. De schade is enorm. Onze linker zijkant zit van achter en van onder geheel in de kreukels. De band is stuk en loopt leeg. Van de tegenligger is het linker voorwiel er totaal afgereden. Waarschijnlijk heeft zijn linker voorwiel ons linker achterwiel frontaal geraakt en heeft ons wiel zijn wiel eraf gereden. Zo deden de Romeinen dit in hun strijd. Wij hebben “gewonnen”, maar kunnen ook niet meer verder rijden zo. Onze camper met Harry achter het stuur en een lantaarnpaal heeft de tegenligger perfect tot stilstand weten te brengen. De man is goed wakker geschud. Op zich denk ik (Thea), dat we de man en zijn zoontjes leven gered hebben. Het had vooral voor hun erg slecht kunnen aflopen. Toch een geluk bij een ongeluk.
Als eerste is de brandweer met sirene en zwaailichten aanwezig. Eén van de brandweermannen spreekt heel goed Engels en helpt ons later ook als tolk. Een poosje later komt ook de ziekenauto met sirene en zwaailichten. Gelukkig kan deze na een kort gesprek weer terug naar zijn post.
Na een half uurtje komt de politie met zwaailichten. Ze vragen wat er gebeurd is. We leggen de situatie uit met behulp van onze Engelssprekende brandweerman. Ze maken tekeningen en foto’s. Dan gaan ze formulieren invullen, waar ze een uurtje mee bezig zijn.
Samen met de brandweer slepen we de bus in een zijstraatje. Daar kijken we onder de camper en zien dat de schokbreker los van de as en de veren is gebroken en het reservewiel hangt los en sleept over de grond.
Harry belt met de verzekering. Het zal vanuit Nederland geregeld worden dat er een vervangende camper komt en onze camper opgehaald zal worden. 
Na een uurtje worden we gebeld, dat men onderweg is om de camper af te slepen. Even later belt een man van de garage, die de camper komt omwisselen en adviseert ons om de camper naar een camping te laten slepen. Ondertussen is de afsleepdienst gekomen en rijden we de camper de sleepwagen op. Dit gaat erg moeilijk, omdat de linker achterkant van de camper over de grond schuurt en daarmee nog meer schade veroorzaakt.
We laten ons naar een camping in Melník brengen. Daar rijden we van de sleepwagen af en rijden het eerste veld op de camping op. Met een slappe band gaat dat een beetje erg hobbelig, maar we staan er en kunnen gelukkig in ons gehavende huisje gewoon verblijven. Daar installeren we ons. We zetten onze stoeltjes buiten en we laten alles van ons afglijden. Gelukkig zijn er geen gewonden gevallen.
Zo wordt het een ongeplande stop in Melník.